G.J. Dukker
Het pand dankt zijn naam vermoedelijk aan Joris Hoeffsmyt. Gedurende de gehele 16de eeuw is het in gebruik bij een hoefsmid. In 1520 rustten er twee gehalveerde hertogcijnzen op het perceel van 28½ voet (= 8,20 m). Dit is bijna één meter breder dan het huidige perceel. Mogelijk was er aan beide zijden een osendrup die bij het pand gerekend werd. De ene helft van de cijns moet betaald worden door Sjors Hoefslager 'inde Kerrestraet'. De andere helft komt voor rekening van Hendrik van Doirne en later zijn zoon. Het oorspronkelijke brede en diepe perceel liep klaarblijkelijk door tot aan de stadsmuur in de Kruisstraat. Toen deze werd ontmanteld zal het, evenals dit bij de naastgelegen percelen het geval was, in de diepte zijn verdeeld. Bij het onderhavige perceel was dit reeds vóór 1520 geschied. Of er toen al een pand in de Karrenstraat stond en hoe dit eruit zag weten we niet, aangezien er omstreeks 1900 een algehele nieuwbouw heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk bevond zich tussen het huis aan de Kruisstraat en dat aan de Karrenstraat een kleine binnenplaats. | 425 |
Claessen, timmerman808. "Het Hoefijzer". | 52 |
1908 | W.Th. Claessen (mr. timmerman en metsel.) |
1910 | W.Th. Claessen (mr. timmerman en metsel.) timmerw. |
1910 | W.Th. Claessen (mr. timmerman en metsel.) timmerw. |